De langste dag, 21 juni, op het noordelijk halfrond. Elk jaar kijk ik er naar uit. Ook dit jaar volgde ik al dagen van te voren de weerberichten. Het kon beide kanten uit gaan, een zonnige dag, maar ook slecht weer. Ik zal dan de hele dag de natuur in trekken, de zon zien opkomen, maar ook weer onder gaan in zo’n natuurgebied. De zon zal dan 24 uur lang boven de noorder-keerkring rond de aardbol draaien. Het zomerseizoen breekt aan, maar de dagen zullen vanaf deze dag steeds weer korter worden.
Verleden jaar was en bleef het weer slecht op 21 juni. Het had in de nacht geregend en de zon bleef verscholen achter de wolken, dus heb ik mijn beleving van die feestdag maar uit mijn hoofd gezet. Het jaar daarvoor was op 21 juni de lucht ook bewolkt. Om half drie was ik al op, maar heb er van af gezien om te vertrekken. Dan later maar als de vooruitzichten beter worden en er mooi weer op komst is.
Twee dagen later, 23 juni, liep om kwart over twee de wekker af. Een half uur later zat ik in de auto met proviand en drinken voor een lange dag bij me. Ik wilde het opkomen van de zon fotograferen en daarvoor koos ik voor dat jaar het waterrijke gebied De Deelen. Ik wilde foto’s maken vanuit de vogelkijkhut met uitzicht over de petgaten, rietkragen, elzen en wilgen, met in de verte boerenland en een paar dorpen. Het was nog nagenoeg duister. Het laatste stuk moest ik lopen. Vooral toen ik de steile trap naar boven op moest klimmen met een zware rugzak, was dat wat moeilijker.
In het noordoosten werd het al lichter, maar het duurde nog een poos voor de zon echt op zou komen. Echt mooi was het niet in verband met nevelbanken die boven de horizon dreven. Wel zag ik veel vogels, Grauwe ganzen en Wilde eenden zwemmend op het water, duikende Futen en vechtende Meerkoeten. Zwarte sterns doken op de kop in het water op een prooi en zwermen Spreeuwen vlogen over. Gierzwaluwen scheerden door de lucht op jacht naar insecten. In de vroege morgen is er volop leven, zowel in de lucht, op het water, als op het land. Toen de wolkenbanken weg trokken stond de zon al hoog aan de hemel. Te hoog voor de mooie kleuren om er foto’s van te maken. Ik heb mijn spullen maar weer ingepakt en ben doorgegaan naar het Kornwerderzand waar een verscheidenheid aan planten, die - onder invloed van de zee - daar groeien. Van daar ben ik later via de Makkumerwaard en Workumerwaard en nog langs enkele mooie natuurgebieden langzaam door gegaan terug naar de vogelkijkhut in De Deelen, waar ik de laatste rode stralen van de ondergaande zon op de foto heb gezet. Het was een prachtige dag, een hele lange zomerse dag en het was al weer donker toen ik thuis kwam.
De 21-ste juni 2012. Ook dit jaar zit het me niet mee. De weerberichten waren overigens niet ongunstig. Ik wil de hele dag de natuur in trekken in de hoop om de opkomende en ondergaande zon in al zijn kleuren te fotograferen. Ik rij naar het Easterskar, een waterrijk natuurgebied waar ik altijd als ik er kom een mooi aantal vogels zie. Maar ook voor water- en moerasplanten is het een mooi gebied. Verder is er een vogelkijkhut waar veel vogels waar te nemen zijn.
Om half vier zit de lucht dicht en is er nog geen zon te zien. Om half vijf zit er een dikke, donkere wolkenband tot hoog boven de horizon aan de hemel. Er is nog steeds geen zon te zien, hoewel die wel boven de horizon moet staan. Om kwart over vijf worden wolken die hoog aan de hemel staan licht oranjegeel gekleurd door de zon die echter verscholen blijft achter de lage donkere wolken. Later wordt het helemaal bewolkt en het is koel. Geen zomerse temperaturen vandaag. De morgenzon fotograferen is weer mislukt vandaag, wie weet of ik aan het einde van de dag meer geluk heb met de avondzon.
Ook de vogels laten me hier vandaag in de steek. Wat ik zie zijn rondscherende zwaluwen en ganzen op het water. Natuurlijk Grauwe ganzen. Helaas moeten die worden gedood volgens de staatssecretaris en zijn bandieten. En als ik het goed heb begrepen zijn er al duizenden van deze vogels - zowel volwassen als jongen - door hun handlangers vermoord. Ik kan niet anders, ik noem het echt moorden. Dat er zo veel van deze vogels zijn is niet de schuld van de vogels zelf, maar van de mensen. Ik zal er niet verder op ingaan in dit schrijven, maar ik vind het vreselijk dat mensen zo wreed kunnen zijn tegen gezonde, levende dieren. Nu gaan ze de vogels, die in hun ruiperiode niet of nauwelijks kunnen, vangen en door middel van gas doden. Dat is in mijn ogen misdaad tegen gezonde, weerloze levende dieren. Nee, misdaad tegen het leven.
Er vliegen twee Aalscholvers over en een Blauwe Reiger. Maar waar zijn de Futen en waar de Meerkoeten. Wel zwemmen er verderop enkele Wilde eenden, maar waar zijn de Lepelaars die ik elke keer als ik hier kom zie. En waar de Grote zilverreigers waarvan er ook elke keer één of een paar zijn. Wel vliegt er een Buizerd over en even later een paar meeuwen. Enkele Visdieven plonzen af en toe in het water op jacht naar vis. Dat is ook alles zo’n beetje wat ik aan vogels zie. Nee, alles valt me hier deze morgen tegen. Zo armzalig heb ik het hier nog niet eerder meegemaakt.
Ik maak een kop koffie en verlaat deze plek om rechtstreeks naar de Delleboersterheide te rijden. Hier aangekomen eerst maar weer een kop koffie. Bij de parkeerplaats is een ruig stukje bos. Daar houd ik van, geen geharkte paden, geen gesnoei. Nee, laten groeien zo de natuur het wil. Je hebt moeite om door de bramen en de wirwar van takken te komen, maar zo hoort het in natuurlijke zin. En hier staat een Peterselievlier in bloei. Hé, die zie je niet overal, maar af en toe toch wel in zo’n ruig stukje bos. Eigenlijk is het een hele oude cultuurvorm, maar die zijn dus verwildert. Je stelt je zelf dan wel de vraag, hoe komen ze dan verspreidt in zo’n ruig bosje terecht. Maar ook in één van onze eigen ruige, brede houtwallen staat er eentje, slechts één. Ze bloeien gelijk als de Gewone vlier, vaak zwarte vlier genoemd. Het is een scherm van witgele bloemen en de bessen zijn gelijk aan die van de Gewone vlier. En vogels, vooral Spreeuwen lusten die bessen maar al te graag. In elke bes zit een pit. Die worden als de vogels later ergens in een boom zitten, omhuld met een vruchtbaar laagje poep, weer ergens achtergelaten. Een veelvuldige manier van verspreiding van zaden door vogels.
Velen kennen het bestaan van deze struiken niet. Ze zijn ook maar weinig in boeken en natuurgidsen beschreven, maar in de “Oecologische Nederlandse Flora” staat hij wel vermeld en afgebeeld. In loofbossen, ook wel in gemengde bossen kun je af en toe een tegen komen.
In zo’n ruig stuk bos groeien ook bijna altijd Hanenpoten, ook hier. De juiste Nederlandse naam is Zevenblad. En Brandnetels waar velen zo’n hekel aan hebben. Zo ook hier. Maar die horen er ook bij en beiden zijn als gezonde groente te gebruiken.
Ik maak een rondje rond het parkeerterreintje waar niet zo veel gebruik van wordt gemaakt. Het is een eenvoudig stukje grasveld waar vooral aan de kanten veel planten groeien. Aan de ene kant is een steil wandje waar vooral eiken groeien. Hier vind ik Cantharellen, voor mij de eersten dit jaar. Andere jaren vind ik de eersten meest al in de tweede helft van mei, maar wel op dezelfde plek. Ieder jaar kom ik hier even kijken of ze er al zijn. Later hoorde ik van iemand dat hij ook altijd in dezelfde tijd daar heen gaat om te kijken of de Cantharellen er al weer zijn. Dit jaar ben ik er nog niet geweest. Het is in Oldeberkoop in de berm aan de dorpszijde van de brink. Schrik niet, want soms ligt het er bezaaid met hondendrollen, meer hondenpoep dan Cantharellen.
Ik maak een tocht rond het natuurgebied de Delleboersterheide. Er staan meer paddenstoelen, een paar prachtige Plooirokjes, wat oudere Vissige russula’s, Dooiergele mestzwammen Loodgrijze bovisten en de eerste Aardappelbovisten. Ondanks dat het geen echte zomerse dag is, fladderen er veel vlinders rond op de hei. Het zijn overwegend blauwtjes, allemaal van de zelfde soort: Heideblauwtjes, maar ook witjes en enkele soorten spanners. Al met al was het niet de dag zoals ik het me had voorgesteld. Omdat het bewolkt blijft doe ik geen moeite meer om de avondzon achter de horizon te zien verdwijnen.
Als het echt zomer wordt zal ik binnenkort weer een hele dag aan de Delleboersterheide besteden. Ik kan het iedereen aanraden. Het is echt de moeite waard.
«« terug naar overzicht | « vorige column | volgende column » |