Op vochtige terreintjes vooral aan de slootkanten, mooi in de luwte waar de zon volop schijnt, staat het Speenkruid prachtig in bloei. Een echte lentebode, maar dat is toch niet het eerste plantje wat in bloei staat in het voorjaar. Het Madeliefje wint het van allemaal, want er is geen seizoen, geen maand dat je dit trouwe plantje niet kunt vinden. Er is één uitzondering, in enkele vorstperioden bloeien ze niet. Maar als het dan gaat dooien en de vorst nog niet eens helemaal uit de grond is en bovendien de zon schijnt, dan steken de eersten hun kopjes al weer uit, reikend naar de zon. Ik vind het trouwe plantjes. Ik kan ook maar niet begrijpen dat er mensen zijn de deze plantjes niet dulden in hun gazon. Mensen die wensen dat hun gazon een groene deken is, waar geen Madeliefjes, geen Paardenbloemen en vooral geen mos in mag groeien.
Het Speenkruid is familie van de Boterbloemen, maar minder scherp en voor consumptie te gebruiken in salades. Vanwege de vitamine C ook nog gezond. Het heeft verder een bloedreinigende functie en ook geschikt te gebruiken tegen huidziekten. Waarom zou je dan zo’n plantje verwijderen terwijl het je gezondheid kan bevorderen.
Dat zelfde geldt ook voor het Madeliefje. Ook dat kun je gebruiken in de salade, je kunt de plantjes ook eten met bloempjes, wortels en al. Je trekt het zo uit de grond, even afspoelen onder de kraan en het is klaar voor consumptie. Maar ze zijn ook gemengd met andere groente smakelijk te bereiden. Ook de Madeliefjes zijn rijk aan vitaminen. Je kunt ze het hele jaar door gebruiken. De beste tijd is de maand juni, aan het begin van de zomer dus, dan zijn ze op het hoogtepunt van hun ontwikkeling en zijn dan ook volop in bloei. Madeliefjes zijn genezend voor verschillende kwalen, ook tegen vermoeidheid.
En nu en in de komende tijd groeit er heel wat groente op het erf, iets wat velen onkruid noemen. Soms vreselijk onkruid of hardnekkig onkruid. Denk aan het Zevenblad. Ja, ik ben het er mee eens, dat wanneer je ze eenmaal in je tuin hebt, ze er bijna niet weer uit te krijgen zijn. Maar nu, in het prille voorjaar als de bladeren uit de grond komen, alles nog jong en fris is, is het een hele goede groente. Je plukt de jonge bladeren, afspoelen onder de kraan en koken als spinazie waar het ook naar smaakt. Dan heb je onbespoten groente van eigen erf, die je niet hoeft te zaaien en te wieden. En je kunt het tot in de herfst plukken want het komt steeds weer terug. Dit tot ergernis van de echte tuinman.
Nou ja, je kunt bestrijdingsmiddelen gebruiken, maar dat is weer schadelijk voor ieders gezondheid. Ik weet een paar gevallen waar ze de bessenstruiken bespoten hadden ter bestrijding tegen insecten. Maar de jonge mezen in de nestkasten gingen ook dood. Gebruik nooit bestrijdingsmiddelen, al staat met nog zulke grote letters op de verpakking dat ze niet schadelijk zijn voor de gezondheid. Denk aan de kinderen die er minder bestand tegen zijn dan volwassenen. DDT zou ook ongevaarlijk zijn, maar het tegendeel is wel bewezen.
En dan de Paardenbloem, een plant die ook overal in ons land groeit en bloeit en die geen enkele grondsoort schuwt. Ook in deze tijd, het vroege voorjaar, kun je volop jonge bladeren plukken. Even afspoelen onder de kraan want de vogels poepen er ook wel eens op, dan koken als andijvie en evenals Zevenblad, smaakt het er ook naar. Pluk je de bladeren in de zomer, dan zijn ze vaak wat stijver en de nerven erg taai, maar als je dat geen probleem vindt is het ook goed te eten als gezonde groente. Deze groente heeft genezende werking tegen vele kwalen. Je kunt ook de wortels goed gebruiken. Vroeger werden die gedroogd en werd er wel koffie van gemalen. Zo zijn er heel veel planten die eetbaar zijn, vaak gezond, geneeskrachtig en ook gedroogd het hele jaar door te gebruiken. Tegenwoordig zijn er in goede boekwinkels waar ze ook natuurboeken verkopen, verschillende boekwerken te verkrijgen over geneeskrachtig kruiden.
Soms kunnen uitgebloeide planten en bloemen ook heel mooi zijn, maar daar gaan we vaak aan voorbij. En hoe zinvol die zaadjes zijn gevormd om de verspreiding te begunstigen. Wel eens een parachuutje van een Paardenbloem goed bekeken. Hoe het zaadje onderaan hangend door de lucht wordt vervoerd. Hoe ragfijn dat is opgebouwd, hoe vernuftig dat in elkaar zit. Op zichzelf al een wonder van de natuur. Van veel planten zitten de zaden verscholen, zodat je ze moeilijk onder ogen krijgt. Of zo klein dat je er echt om moet zoeken. Maar ook veel planten tonen hun zaden volop, vooral als ze in zaaddozen boven op de stengels prijken. Winterakonieten hebben bijzonder mooie bladeren, maar ook de bloemen en zaden zijn erg mooi. Deze vroege bloeier heeft al weer zaad gevormd. Ook mooi om er aandacht aan te besteden. Ook mooi en vernuftig zijn de zaadbollen van Papavers en Klaprozen die op hoge stengels staan wiegen in de wind. Als de zaadjes rijp zijn worden ze door de gaatjes die boven in de bol zitten weg geslingerd. Het past allemaal bij elkaar, de hoge ranke stengel, de ronde bol waarin de kleine ronde zaadjes rijpen en de gaatjes boven de kamers waar in een langere periode de zaadjes door naar buiten worden geslingerd. Niet allemaal tegelijk. Stel je voor dat het net in een rampzalige periode voor het zaad is. Dan zou er niets van terecht komen. Dan zou al het zaad in één keer verloren gaan. Nee, over een langer tijd uitsmeren, dan is er meer kans dat er een deel goed terecht komen.
Aan de waterkanten zijn de Gele lis wel van de meest opvallende planten, vooral als ze in bloei staan. Heel mooi zijn de zaaddozen die in de loop van het voorjaar en zomer aan de stengels komen en waarin de vette vruchten als kleine pepermuntjes zich in drie verschillende kamers in de lengte van de zaaddoos ontwikkelen. Mede door het gewicht van de zaaddozen met vruchten gaan de stengels overhangen van de oever naar het water. In de huid van de vruchten zitten cellen die lucht bevatten om het drijfvermogen te verhogen. Als de zaden rijp zijn, barsten de zaaddozen open en vallen de vruchten langzaam in het water. Zo kunnen ze de hele zomer op het water drijven. Ze worden door wind en stroming verspreidt, om ten slotte ergens in een oever aan te spoelen om weer uit te groeien tot een pol prachtige Gele lissen. Ook door vissen worden de vruchten van Gele lissen verspreidt, ze happen het op van het water als voedsel en dat komt er later weer uit. De vrucht is dan verteerd, maar het zaad is nog kiemkrachtig.
Natuurlijk gaat er van heel veel zaad een grote hoeveelheid verloren. Maar dat is geen probleem, daar heeft de natuur rekening mee gehouden. Er wordt zoveel zaad gevormd dat er voldoende is om de soort in stand te houden. Niet alleen de bloemen van planten zijn mooi om van te genieten, maar ook de ontwikkeling van het spruitje wat uit de grond komt, tot het zaad zich verspreidt.
Mei, juni, de blaadjes van Eik en andere loofbomen komen weer aan de takken. Van veel bomen worden direct de jonge blaadjes al aangevreten, zo niet er helemaal afgevreten. Alleen de nerven op de kale takken blijven nog over. Hele bossen worden na groen te zijn geweest weer kaal. Meestal is dit het werk van de rupsen van de Wintervlinder. Bij tientallen, nee bij honderdtallen kunnen we ze vinden. Wees niet ongerust, de boom herstelt zich wel weer en er komen weer nieuwe bladeren aan.
Dat is heel wat anders dan het snoeien door mensen. Dat gaat bijna het hele jaar door vanaf de laatste herfst tot in het prille voorjaar. Na 15 maart mag het niet meer. Vreselijk is het om te zien hoe veel bomen langs wegen en lanen toegetakeld en verminkt zijn. Dat vergt meer energie van de boom om weer te herstellen dan de vraat van de rupsen. Het één gebeurt door de mens, het ander is een natuurlijk proces wat er altijd ook al geweest is.
De Wintervlinder blijft de zomer over als pop, dit in tegenstelling van veel andere vlinders die overwinteren. In de herfst, late herfst of begin winter, zelfs wel late winter gaan ze van het popstadium over in het vlinderleven. Nu zijn we gewend dat vlinders vleugels hebben, maar in dit geval zijn het alleen de mannetjes die kunnen vliegen. De vrouwtjes hebben geen vleugels, soms kleine stompjes. Die vind je ook bijna niet, want ze zijn erg onopvallend. Uit de pop ontworsteld in de bosbodem, klimt het vrouwtje bij een stam omhoog en nestelt zich op een tak dicht bij de bladknoppen. Ze verspreidt een geur die de mannetjes van grote afstand aanlokken. Het vrouwtje worden bevrucht waarop ze begint eitjes te leggen dicht bij de bladknoppen. Wanneer de bladeren aan de bomen ontluiken komen ook de eitjes van de Wintervlinder uit en ze kunnen direct beginnen te eten, want moeder heeft gezorgd dat ze bij het voedsel worden geboren. Nadat ze zich volgegeten hebben, laten ze zich aan een dun draadje naar de bosbodem zakken, waar ze zich tot een pop inspinnen. In de herfst of winter komen ze als volwassen vlinder weer tevoorschijn. In de latere herfst kun je veel doodgaande of al dode mannetjes vinden, vooral drijvend in waterplassen in het bos. In februari of zelfs begin maart kun je nog mannetjes in het licht van fiets of auto zien vliegen. Dit toont wel aan dat Wintervlinders dus nachtvlinders zijn. De cyclus is rond en in het voorjaar als de eitjes uitkomen, kunnen de jonge larfjes weer aan het groene blad beginnen te peuzelen.
«« terug naar overzicht | « vorige column | volgende column » |