Waar bleef de winter?

Het is al wat later in de tweede helft van januari als ik langs een houtwal achter huis loop en een bekende geur ruik. Stinken zouden sommigen zeggen, maar zo ervaar ik dat helemaal niet. Je ruikt het direct, de Stinkzwam. Maar aan ruiken heb ik niet genoeg, ik moet ze dan zien ook. Dus even kijken tussen het struweel. Hier ligt veel dood hout. Verder staan er oude stobben, wat verdorde grassen en hier en daar wat plukken mos. U kent dat wel. Velen zouden zeggen: wat een verwaarloosde hoek, wat een rommel. Maar dat is het beslist niet. Het is een stuk wat ik helemaal aan de natuur overlaat. Paddestoelen en planten, mossen en struiken, ze moeten maar uitmaken wat ze er van scheppen. Gesteldheid van de grond, licht en vocht maken natuurlijk mede deel uit van wat er kan groeien, bloeien en leven.

 

Wat ruik ik?

Stinkzwam
Stinkzwam

Het eerste wat ik van de Stinkzwam vind is een stuk holle steel. Wat is die toch teer opgebouwd, het lijkt wel op heel fijn honingraat. Van de hoed is al niks meer te zien. Deze paddestoelen groeien snel, maar verdwijnen ook weer snel. Maar in die korte tijd hebben ze hun taak al volbracht, namelijk het verspreiden van de sporen die van levensbelang zijn voor het voortbestaan van de soort. Even verder staat een Stinkzwam, nog in volle wasdom met zijn grijsbruine hoed. De stroopachtige laag zit er nog ongeschonden op. Deze moet in de nacht uit zijn duivelsei zijn gegroeid. In de stijve, maar toch weke, glibberige massa zitten de sporen. Door de aasgeur die verspreidt wordt, moeten insekten worden aangetrokken, maar ik zie er nu geen een. Soms zit zo’n hoed stijfvol met vliegen, maar ook kevers kruipen bij de steel omhoog.

 

Respect voor leven

Door de vorige bewoners is nogal veel kunstmest gebruikt. Op een hoekje waar ik niet maai, stond het gras dan ook erg hoog. Omdat het ongemaaide gras tegen de vlakte was gegaan, was dit gaan rotten. Het bleek dat ik de grasmat er zo af kon trekken. Maar tot mijn verbazing zat daar veel meer leven in dan ik ooit had vermoed. Het wemelt er van de spinnen, onvoorstelbaar. Maar ook insekten, slakken en vooral veel muizenholletjes. Ik heb het gras dan ook mooi laten liggen. Ik ben heel zuinig met alle leven wat er is en waarom? Als we de stamboom van het leven afdalen van de tak van de mens naar beneden, komen we tenslotte bij de stam. Langs de stam dalen we verder af naar waar eens het leven begon. En als we verder de stam afdalen naar het prehistorische leven waaruit de mens is geëvalueerd, waarschijnlijk een dierlijk wezen en misschien niet groter dan een muis. En als we de takken van de stamboom van alle wezens die er nu nog op aarde leven afdalen naar beneden, en langs de stam verder naar beneden, komen ze allemaal bij elkaar, bij het begin. Dus zijn alle levende wezens uiteindelijk in de onmetelijke verte familie van elkaar. De olifant en de muis, de hond en de walvis, ze stammen allemaal allemaal van dezelfde voorvader af, ook wij. Daarom heb ik respect voor alle leven wat er op aarde is en zal dan ook niets zonder noodzaak doden.

 

Door de knieën

Rood bekermos
Rood bekermos

De winter is de tijd van het mos, tenminste als het niet vriest. En vooral als het wat extra vochtig is. Kussentjesmos wordt zeldzaam wordt er gezegd en geschreven, maar naar mijn waarneming is dat niet overal zo. Er zijn bossen, vooral bij Beuken, waar het volop te vinden is. Verzamel alstublieft deze kussentjes niet als versiering in uw huis, of waar ook maar. Kussentjesmos groeit langzaam. Geniet er van, maar laat het staan waar het is. Vooral in oktober, november, maar ook in januari was er het Rendiermos, maar ook het prachtige Rood bekermos en Heidelucifer. Je moet er even voor door de knieën om het goed te bekijken. Met een loep of gewoon met een vergrootglas zijn mossen nog mooier. Vooral de beide laatsten met hun prachtige rode kussentjes. En dan het Haarmos, vooral het Ruige haarmos en het Zandhaarmos, soorten die heel moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Om Ruig- en Zandhaarmos op de juiste naam te brengen, maar dat geldt ook voor andere mossoorten, moet je beslist een goede veldgids bij je hebben Ook een loep is dan onontbeerlijk. En vergeet geduld niet. Goede gidsen voor mossen en korstmossen worden uitgegeven door de KNNV. Als we even verder in de tijd zijn zien we de zandige bodems weer rood kleuren met de beide laatstgenoemde mossoorten. Soms vele meters in het vierkant, iets wat vooral voor de Veluwe geldt. Mossen zijn in feite erg mooi en bijzonder nuttig in de natuur, al zou het alleen maar voor het vasthouden van het vocht zijn.

 

Tijd voor stinzenplanten

De eerste stinzenplanten bloeien reeds. Wilt u ze allemaal in één seizoen observeren, dan is het zo langzamerhand tijd om er op uit te gaan. De vroegsten, zoals Winterakoniet en het Sneeuwklokje bloeien wel heel vroeg. En vergeet niet de Boerenkrocus, die helaas ook weer erg gauw uitgebloeid zijn. Om alle bloeiende stinzenplanten te bewonderen zullen meerdere tochten moeten worden gemaakt en in verschillende perioden. Zo komt het Haarlems klokkenspel pas in mei in bloei. Maar wat is er mooier dan rond te dolen in de natuur, om te zoeken naar de wondere verrassing van de dag.

 
Hans Baron (maart 2007)

«« terug naar overzicht« vorige columnvolgende column »