Geliefd en Gehaat

Vliegenzwam en Groene knolamaniet

Het is volop herfst als ik dit schrijf. Paddenstoelen zijn er alweer genoeg, maar de eerste vorst heeft de landerijen al met een witte deken getooid, dit ten koste van de zwammen.
De paddenstoelen waren vroeg dit jaar. Na een lange droge zomer kwam de regen bij bakken vol uit de hemel vallen. En toen kwamen ze als paddenstoelen uit de grond. Een gezegde wat een zekere waarheid bevat. Trouwens, voor dat er regen viel, waren er al Stinkzwammen te vinden. Hun geur verspreidend om insecten te lokken, die in ruil voor wat voedsel hun sporen meenemen en ze her en der weer achter te laten, zodat ze zich daar als nieuwe standplaats kunnen vestigen. Maar dat was niet de enige soort. Er waren meer die de droogte trotseerden. In de schaduw, onder bomen hier en daar waren wel paddenstoelen te vinden, al waren het er maar weinig.

 

Winter

Fluweelpootje
Fluweelpootje

En zo is het ook in de winter. Als het niet vriest zijn er altijd wel paddenstoelen te vinden. Het zijn soorten die dan juist te vinden zijn .
Eén daarvan is de Rode kelkzwam – die – als het even gevroren heeft tevoorschijn komt. Maar die soort kun je soms ook in de late herfst al vinden, al zullen dat er dan nog maar enkelen zijn. Ze komen maar slechts op enkele plaatsen in Fryslân voor. Als het gevroren heeft komen na het invallen van de dooi al gauw de Fluweelpootjes uit de bast van sommige bomen breken. Mooie heldere paddenstoelen, die vaak in bundels op het hout staan op een steel welke omhuld lijkt met een donker laagje fluweel. De hoed is slijmerig, de rand is geel wat naar de top overgaat in een oranje gloed. Het lijken hele heldere zwammen die de vorst kunnen verdragen. Ze zijn er al in de late herfst en verschijnen gedurende de hele winter tot in het vroege voorjaar. Fluweelpootjes zijn eetbaar en ze worden zelfs voor de consumptie wel gekweekt. Mag ik voor de paddenstoelen en de natuur opkomen? Pluk alstublieft geen paddenstoelen uit de natuur.
Een soort die je het hele jaar, maar vooral ook in de winter vaak kunt vinden en dan meest op oude stammen van de Vlier, zijn exemplaren van de Judasoor. Het zijn donkerbruine zwammen, waarbij vaak meerdere bij elkaar op een stam staan. Ook het Viltig judasoor - die geheel niet op de vorige lijkt – zijn het hele jaar door te vinden, maar vooral ook in de winter. Ze groeien vaak op Iepen.

 

Kabouterpaddenstoel

Vliegenzwam
Vliegenzwam

Dan de Vliegenzwam en Groene knolamaniet. Ze horen beide tot dezelfde familie, de Amanieten. De Vliegenzwam is de bekende kabouterpaddenstoel, rood met witte stippen. Ik leid veel paddestoelenexcursies. Vaak wordt er gevraagd hoe de stippen op de hoed komen. Paddenstoelen groeien op de zwamvlok, meestal in de gidsen aangeduid als mycelium. Dat zijn hele fijne worteltjes - schimmeldraden - die in de bosbodem of het bladerdek zitten Die schimmeldraden zijn vaak zo dun dat je ze met het blote oog nauwelijks of niet kunt zien. Als er veel bij elkaar zijn vallen ze beter op. Op die zwamvlok groeien de vruchtlichamen, de eigenlijke paddenstoelen als knoppen die niet boven de grond of het substraat uitkomen. Wanneer de tijd er gunstig voor is worden ze geactiveerd en gaan ze groeien en komen boven de grond. De jonge Vliegenzwam zit verpakt in een vlies. Wanneer de paddenstoel boven de grond komt gaat die groeien, maar het vlies waar deze in verpakt zit groeit niet mee, het scheurt kapot. Amanieten hebben een knol waar ze uit komen, een klein deel van het vlies blijft aan de knol zitten. De ring of kraag die rond de steel van veel Amanieten te zien is, is ook een overblijfsel van het vlies, evenals de witte stippen op de hoed.

 

Verkleuren

Vliegenzwammen zijn volgens de boeken rood met witte stippen, maar soms vindt je ze oranjegeel, of helemaal geel en zonder stippen. Dan lijken ze helemaal niet op de Vliegenzwam uit het boek. Wanneer ze ouder worden en de zon schijnt er op of het regent, dan gaan ze vaak verkleuren. Dan worden ze flets, en verliezen hun witte stippen. Een Vliegenzwam die normaal onder gunstige omstandigheden is opgegroeid kan rond de twee miljard sporen verspreiden. Het zou niet best zijn als al die sporen het tot een nieuwe zwamvlok zouden brengen en allemaal tot Vliegenzwammen zouden ontwikkelen. Heel veel van die enorme hoeveelheid gaan verloren doordat ze op plaatsen terecht komen waar ze geen mogelijkheid hebben om zich te ontwikkelen.

 

Schimmeldraadje

Veel planten krijgen zaden die wat mee krijgen om te kiemen en de eerste behoefte om zich te ontwikkelen, denk maar aan de vruchten van de Eik en de Kastanje. Maar die kleine sporen van minder dan een duizendste millimeter hebben niks meegekregen. Het enige wat die kunnen doen is een onzichtbaar klein en kort schimmeldraadje ontwikkelen en dan moet het hulp hebben van andere schimmels. Als dat lukt kan het groeien, maar moet verder nog hulp hebben van andere planten waarmee de zwam in symbiose leeft. Vaak zijn bomen de gastheer. Sommigen zijn gebonden aan één soort, anderen aan meerdere soorten. De schimmeldraden dringen de wortelharen binnen en zo leveren ze elkaar voedingstoffen uit. Veel soorten leven in symbiose, anderen parasiteren, wat ten koste gaat van de gastheer. Weer anderen leven als saprofiet. Maar dan zijn er ook nog vrouwelijke en mannelijke sporen die elk een eigen zwamvlok stichten, maar afzonderlijk geen vruchtlichamen kunnen produceren. De beide geslachten moeten zich in het substraat treffen en samensmelten tot één zwamvlok. Dan zijn ze klaar voor de voortplanting. Er kan dus heel veel misgaan voor het zo ver is.

 

Giftig

Groene knolamaniet
Groene knolamaniet

De Groene knolamaniet is dodelijk giftig. Verwarring is mogelijk met andere Amanieten waarvan sommige wel eetbaar zijn. Ik zal niemand aanraden om welke soort Amaniet, of welke andere soort die er maar op lijkt te verzamelen voor consumptie. Trouwens ik vind het helemaal niet goed om paddenstoelen voor welk doel ook te plukken. Ook wordt een Champignon wel eens verward met een Groene knolamaniet. Een belangrijk verschil is dat de Champignon als jonge paddenstoel roze plaatjes hebben die later donkerder tot bruin worden. Amanieten hebben witte plaatjes – die - wanneer ze ouder worden vuilwit tot gelig kunnen kleuren. De kleur van een Groene knolamaniet kan soms gelig tot heel lichtgeel zijn. Soms verbleekt de hoed bij het ouder worden van de paddenstoel. Een Weidechampignon, welke veel voor consumptie geplukt worden, is in het begin wit, maar bij het ouder worden soms gelig. Beide hebben ze een witte steel met een ring, maar het hebben van die ring is niet altijd zeker. Champignons worden wel voor consumptie gekweekt, dan is het veilig en je schaadt de natuur er niet mee.

 

Een auto vol honingzwammen

Knolhoningzwam
Knolhoningzwam

We waren eens in de herfst speciaal voor het zoeken naar paddenstoelen afgereisd naar de Ardennen, waar je de kans hebt om ook andere soorten te vinden dan die in eigen omgeving. Het ging ons niet om ze te plukken of voor consumptie, maar puur om ze naast het vinden ook te fotograferen. Zo ontmoetten we daar een Belg die wel aan het plukken was, speciaal Honingzwammen. Manden vol had hij al in de auto staan. En wat doet ge daar mee? vroeg ik de man. Ze gingen de meeste inleggen voor consumptie in latere tijden als er geen paddenstoelen meer te vinden zouden zijn. Maar ze gingen er ook direct van eten.
Mijn vrouw was er erg nieuwsgierig naar hoe je ze zou moeten bereiden. De man legde het keurig uit. Het beste was om jonge paddenstoelen te plukken. Eerst moet je ze afspoelen en daarna koken waarna je het kookvocht moet afgieten. Daarna ga je ze in plakjes snijden waarna je ze in een koekenpan met wat stukjes spek en gesneden ui een poosje laat sudderen. Hoewel ik om verschillende redenen heel erg tegen het plukken van paddenstoelen ben, vond ik het toch wel verantwoord om het eens te proberen met Honingzwammen. Soms wemelt het in de herfst van die zwammen aan de bomen.

 

Stank

Thuis gekomen ging ik dus om een maaltje naar een bos. In korte tijd had ik voldoende jonge Honingzwammen. Mijn vrouw ging er in de keuken mee bezig om ze klaar te maken. Ik was buiten aan het werk gegaan, maar toen ik na een poos naar binnen ging, kwam me al een vieze geur tegemoet. De hele keuken stonk er naar. Ook de dag er na hing die stank er nog. We hebben ze gegeten. Maar of ze nu echt lekker waren? In ieder geval hebben we geen Honingzwammen weer gehad. Dat laten we maar over aan de Belgen.

 

Niet plukken

Waarom ben ik zo tegen het plukken van paddenstoelen? Ten eerste hebben ze bijzondere mooie vormen en kleuren, schitterend om te aanschouwen. Als wij ze plukken en u komt na ons, dan kunt u er niet meer van genieten. Er zijn veel mensen die speciaal in de herfst gaan wandelen in het bos om naar paddenstoelen te kijken. De vruchtlichamen, de paddenstoelen die de sporen moeten verspreiden voor het voortbestaan van de soorten, gaan verloren als wij die verzamelen. Het gebeurt dat door het plukken van de vruchtlichamen dat de zwamvlok afsterft. Dat heb ik al eens eerder beschreven. Dit uit eigen ervaring op een plek waar toen eens veel Cantharellen geplukt waren. Nooit zijn weer Cantharellen op die plek verschenen. Daarom vraag ik met klem: beperk het plukken van paddenstoelen voor het behoud van onze natuur. Er is door toedoen van de mens al zoveel leven verloren gegaan, misschien was de Mammoet één van de eersten, maar beslist niet de laatste.

 
Hans Baron (november 2011)

«« terug naar overzicht« vorige columnvolgende column »